Skip to main content

Doorwerking

Categorie: Opvolging / Nazorg / Doorwerking

Rekenkamer(commissie)s voeren jaarlijks onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke en provinciale beleid. Wanneer de raadsleden / statenleden de conclusies en aanbevelingen onderschrijven en ook het college / gedeputeerde staten de aanbevelingen (deels) overneemt, is er sprake van doorwerking. Doorwerking is dus de invloed van onderzoeksresultaten op de besluitvorming en het beleid.

Bepalen of er sprake is van Doorwerking

Voor het bepalen van doorwerking kan de volgende theorie worden aangehouden:
Doorwerking = Kwaliteit x Acceptatie

  • Kwaliteit  =  de kenmerken van het onderzoeksrapport en wijze waarop het is onderbouwd.
  • Acceptatie  =  draagvlak voor het rapport en de wil om het te gebruiken. Ook wel: de mate waarin raad / provinciale staten en college / gedeputeerde staten  het rapport steunen of verwerpen.

Doorwerking wordt soms gelijkgesteld met gebruik en bruikbaarheid van onderzoek. Soms worden ze gehanteerd als twee verschillende begrippen, die in logisch verband met elkaar staan. De redenering is dan als volgt: voordat een onderzoek kan doorwerken, moet het eerst gebruikt zijn. Maar gebruik hoeft niet persé te leiden tot doorwerking. Schematisch ziet dat er als volgt uit.

Sinds 1960 is er veel onderzoek gedaan naar de doorwerking van kennis, onderzoek en adviezen. Inmiddels is ‘doorwerking’ uitgebreid beschreven en verkend in de wetenschap. Toch is er niet altijd overeenstemming over wat exact onder doorwerking kan worden verstaan en welke factoren van invloed zijn op doorwerking.

In september 2012 heeft de commissie kwaliteitszorg en korte enquête uitgezet onder de leden van de NVRR over doorwerking, ‘de drie vragen over doorwerking’. De uitkomsten van deze korte enquête geven een beeld van de activiteiten, die de leden op dat moment ontplooiden om doorwerking van hun onderzoeken te bevorderen.

Typen doorwerking

We onderscheiden drie typen doorwerking.

  1. Conceptuele doorwerking
  2. Instrumentele doorwerking
  3. Strategische doorwerking

Deze vormen komen op verschillende manieren tot uitdrukking. Een consequentie hiervan is, dat doorwerking niet op een eenduidige en onbetwistbare manier is vast te stellen. Voor verschillende vormen van doorwerking kunnen verschillende indicatoren voor het meten van doorwerking worden ontwikkeld.

Verantwoordelijkheid voor doorwerking

De rekenkamer(commissie) heeft doorwerking maar voor een deel zelf in de hand. Voor dat deel is de rekenkamer ook zelf verantwoordelijk. Veel verder gaat de verantwoordelijkheid van de rekenkamer(commissie) in principe niet. Er is een verschil tussen het bewaken/monitoren van de voortgang van de aanbevelingen, het rapporteren daarover en de verantwoordelijkheid voor de implementatie.
Het is een discussiepunt of de rekenkamer(commissie) de implementatie van de aanbevelingen zelf moet monitoren. Formeel gezien (Gemeentewet), is die rol er niet. Sommige rekenkamer(commissie)s pakken die rol in de praktijk wel op. Globaal gebeurt dat op twee manieren:

  • een aantal rekenkamers voert een of twee jaar na afloop van een onderzoek een vervolgonderzoek uit om te zien wat er met de aanbevelingen is gebeurd;
  • veel rekenkamers rapporteren in hun jaarverslag terug over de stand van zaken m.b.t. de aanbevelingen uit eerdere onderzoeken.

Verdere bewaking gebeurt in het kader van de politieke verantwoording tussen raad en college / gedeputeerde staten. Zo kan in de planning- en controlcyclus (bijvoorbeeld de jaarstukken van het college / gedeputeerde staten) een verantwoording worden ingebouwd over de uitvoering van aanbevelingen van de rekenkamer. De gemeenteraad / provinciale staten gaat voor het overige meestal met de aanbevelingen om, zoals hij ook omgaat met de invoering van moties, besluiten e.d. Dat verschilt sterk per gemeente(raad) / provinciale staten. In sommige gevallen bewaakt de raad / provinciale staten sterk de invoering van de aanbevelingen; in andere gevallen (de meeste?) komt de raad / provinciale staten er niet meer op terug. Dit kan liggen aan de ‘politieke waan van de dag’, andere prioriteiten, (des)interesse, een te geringe meerwaarde voor de raad / provinciale staten, onvoldoende aansluiting bij de belevingswereld van de raad / provinciale staten, etc. De raad / provinciale staten moet de aanbevelingen van de rekenkamer omzetten in krachtige, heldere besluiten. Dit kan de rekenkamer niet of nauwelijks beïnvloeden.

Beïnvloedbare factoren doorwerking

Vele factoren kunnen doorwerking beïnvloeden. Voor de hier genoemde factoren geldt niet dat ze doorwerking garanderen, of dat doorwerking onmogelijk is indien er niet aan wordt voldaan, maar in het algemeen mag worden gesteld dat de hier genoemde factoren van invloed zijn op doorwerking en dat Adviesraden door op een verstandige wijze met deze factoren om te gaan, de doorwerking van hun adviezen in positieve zin kunnen beïnvloeden.

  1. Kwaliteit van het onderzoek(srapport)
  2. Rekening houden met omgevingsfactoren en (politieke) context
  3. Communicatie, presentatie en nazorg
  4. Betrokkenheid bij het onderzoeksproces
  5. Timing van het onderzoek
  6. Organisatie van de rekenkamer

Werkt rekenkameronderzoek door?

Over de doorwerking van rekenkameronderzoek wordt verschillend gedacht. Volgens sommigen is het effect duidelijk: er zijn aantoonbare resultaten, aanbevelingen worden overgenomen en conclusies worden gedeeld. Volgens sommigen gaat alleen al van de aanwezigheid van een rekenkamer een preventieve werking uit.
Uit onderzoek van de NVRR door Berenschot uit 2011 is blijkt dat de instrumentele doorwerking van rekenkameronderzoek goed is. De conceptuele doorwerking blijft achter.
Voorheen werd de doorwerking  van rekenkameronderzoek in twijfel getrokken. Volgens een VNG-ledenpanel uit december 2006 zei driekwart van de respondenten nog, dat rekenkameronderzoek niet had geleid tot fundamentele aanpassingen van beleid.

Bronnen

  • Evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers – eindrapport. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Berenschot). 12 mei 2011.
  • De kracht van bestuurskrachtmetingen – Onderzoek naar de doorwerking van bestuurskrachtmetingen van gemeenten in Nederland in de periode 2000 – 2007. Judith Jansen (Partners + Pröpper en de Radboud Universiteit Nijmegen). April 2008.
  • Memo Doorwerking onderzoek rekenkamer(commissie)s. Kring van secretarissen NVRR. 19 juni 2007.
  • Spelen met doorwerking – Over de werking van doorwerking van de adviezen van adviescolleges in het Nederlandse openbaar bestuur. Universiteit van Tilburg en Berenschot. 4 november 2004.
  • Doorwerking van Strategische Beleidsadvisering. Prof. dr Victor Bekkers, Dr Menno Fenger, Dr Vincent Homburg, Dr Kim Putters (Erasmus Universiteit Rotterdam & Universiteit van Tilburg).  2004.