Het normenkader is bepalend (sturend) voor de uitvoering van het onderzoek. Aan de hand van het normenkader moet een oordeel gegeven kunnen worden over de aangetroffen praktijk.
Normen voor rekenkameronderzoeken kunnen grosso modo ontleend worden aan:
- wet- en regelgeving;
- beleidsdocumenten, waaronder de programmabegroting;
- wetenschappelijke en vakliteratuur;
- professionele inzichten.
Idealiter wordt in eerste instantie vanuit algemene normen
(meestal rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid,
integriteit e.d.) vooraf een globale set normen gespecificeerd al
naar gelang het onderwerp.
Gedurende het onderzoek kan - op basis van bijvoorbeeld best
practices - verder invulling gegeven worden aan een algemene norm
(‘relevante en tijdige informatie
is….’).
Voor het verkrijgen van draagvlak en om verwachtingen te
managen, kan het zinvol zijn het normenkader vóór de
definitieve vaststelling te bespreken met bijvoorbeeld de
vakspecialisten, ambtenaren, directie, collegeleden en / of
raadsleden. Vooral wanneer het om complexe of politiek gevoelige
onderwerpen gaat, is commentaar vooraf nuttig. Het kan
voorkómen dat je achteraf ‘nat gaat’. Het
commentaar vooraf maakt duidelijk waar mogelijk de zwakke of juist
gevoelige plekken in het beoordelingskader zitten.
Afwijzende reacties hoeven geen aanleiding te zijn het normenkader
te wijzigen. Wel is dan vooraf duidelijk waar later het commentaar
op zal gaan komen. Het effect kan ook positief zijn doordat meer
draagvlak onder ambtenaren ontstaat voor het onderzoek en zij de
zin ervan zien.
Het kan veel problemen in de eindfase voorkomen door, ook tijdens
het onderzoek in contact te blijven over de manier waarop de normen
worden gespecificeerd. Totale overeenstemming over normen is niet
nodig, maar het is wel raadzaam het standpunt van de ander te
kennen. De rekenkamer kan daar dan op inspelen bij de formulering
van haar oordelen en aanbevelingen.